Ze waren gekomen voor meer, maar na de teleurstelling van de na shoot-outs verloren halve finale tegen Duitsland, moesten de Red Panthers hun focus verleggen naar de strijd om brons. De tegenstander in deze ‘kleine finale’ was Spanje, tegen wie de Belgen in de poule al op een 2-2 gelijkspel waren geëindigd.

Het eerste kwart verliep erg gesloten: de Belgen hadden moeite om hun ritme op te leggen en de bal onder controle te houden. Pas bij de start van het tweede kwart kwam er een eerste gevaarlijk schot van de Panthers, maar de bal van Englebert ging net naast. Ondertussen hadden de Spaanse dames al meerdere keren voor gevaar gezorgd. Gelukkig hield Elodie Picard haar doel schoon met enkele autoritaire reddingen.

Het schot van Vanden Borre op de eerste Belgische penaltycorner in de 23^e minuut werd nog op de lijn gestopt door de Spaanse keepster. Stap voor stap werden de Belgen echter preciezer en doortastender. Ondanks het toenemende gevaar van de Panthers veranderde de score niet meer tot de rust: 0-0.

Het niveau zakte nog een trapje in het derde kwart. Beide teams maakten te veel technische fouten en noch Spanje, noch België slaagden er nog in echt gevaar te creëren. Nog vijftien minuten scheidden hen van een nieuwe shoot-out reeks. Helaas leidde geen enkele aanval nog tot een doelpunt. De wedstrijd eindigde op 0-0.

Opnieuw zouden de shoot-outs de medaille bepalen. En opnieuw moesten de Red Panthers het onderspit delven, ondanks een uitstekende Elena Sotgiu in doel. De Belgen kregen zelfs twee strafballen in deze shoot-outs, maar de Spaanse keepster stopte beiden.

Een nieuwe grote ontgoocheling voor de Belgische dames. Ze hebben nog een jaar om te reageren en een competitief team klaar te stomen voor het WK.